Peter de Groot is een leerling van Aafje Heynis. Het credo van deze beroemde zangeres, dat de zanger in dienst moet staan van het oeuvre is ook zijn credo geworden. Na zijn studie aan het Arnhems conservatorium zong hij in het Collegium Vocale Gent, waar Philippe Herreweghe hem doordrong van het belang van het woord en de retorica. Zingend bij Harry van der Kamps Gesualdo Consort werd hij verliefd op zestiende eeuwse humanistische poézie en het werk van Nederlands grootste componist; Jan Pieterszoon Sweelinck. Onder leiding van Jos van Veldhoven ging hij jaren lang in het solisten ensemble van de Nederlandse Bachvereniging op ontdekkingstocht in de wondere wereld van de 17e eeuw.
Sinds de oprichting en tot op de huidige dag is Peter de Groot verbonden aan het Amsterdam Baroque Choir, dat onder leiding van Ton Koopman staat. In april 2016 werd hij koormeester van dit koor. Bij Ton Koopman's ensemble was hij ook regelmatig als solist te horen. De Groot geeft samen met Koopman om de zoveel jaar een Bach-workshop in Parijs. Ook treedt hij vrijwel om het jaar als gastdirigent op in het festival van Ton Koopman, de “Itinéraire Baroque” in de Dordogne.
Als solozanger concerteerde hij eveneens met o.a. Camerata Trajectina, Combattimento Consort, Brisk Recorder Quartett Amsterdam, The Northern Consort, The Spirit of Gambo en Weser-Renaissance De Vlaamse componist/pianist Walter Hus schreef een liederencyclus voor De Groot, op teksten van Stefan Hertmans.
Bij het Nederlands Kamerkoor, waar De Groot op projectbasis bij zingt, ontmoette hij Paul van Nevel. Sinds deze hem vervolgens in 1994 uitnodigde om in het Huelgas Ensemble te zingen, besloot Peter de Groot, aangeraakt door de muze van de Renaissance, zich verder voornamelijk aan het polyfone erfgoed van de Lage Landen te wijden. Hij beschouwt zich op het gebied van Renaissancemuziek dan ook als een leerling van de grote Vlaamse maestro.
De Groot was artistiek leider van het Egidius Kwartet, een vocaal mannenkwartet dat zich toelegde op het onderzoek naar en uitvoering van muziek uit de zestiende-eeuwse Lage Landen, geschreven onder Habsburgse invloedsfeer. In 2009 nam hij het initiatief om de unieke, zestiende-eeuwse Leidse Koorboeken weer tot klinken te brengen. Hiertoe werd het Egidius College in het leven geroepen, een koor van hoog gekwalificeerde en in renaissance muziek gespecialiseerde zangers dat onder zijn leiding elk jaar een dubbel-cd opnam en een concertserie organiseerde gewijd aan de muziek die in die Koorboeken te vinden is. Vanwege een drastische verandering in het cultureel klimaat, en het structureel uitblijven van subsidies was het ensemble genoodzaakt te stoppen in 2018.
Sinds de oprichting en tot op de huidige dag is Peter de Groot verbonden aan het Amsterdam Baroque Choir, dat onder leiding van Ton Koopman staat. In april 2016 werd hij koormeester van dit koor. Bij Ton Koopman's ensemble was hij ook regelmatig als solist te horen. De Groot geeft samen met Koopman om de zoveel jaar een Bach-workshop in Parijs. Ook treedt hij vrijwel om het jaar als gastdirigent op in het festival van Ton Koopman, de “Itinéraire Baroque” in de Dordogne.
Als solozanger concerteerde hij eveneens met o.a. Camerata Trajectina, Combattimento Consort, Brisk Recorder Quartett Amsterdam, The Northern Consort, The Spirit of Gambo en Weser-Renaissance De Vlaamse componist/pianist Walter Hus schreef een liederencyclus voor De Groot, op teksten van Stefan Hertmans.
Bij het Nederlands Kamerkoor, waar De Groot op projectbasis bij zingt, ontmoette hij Paul van Nevel. Sinds deze hem vervolgens in 1994 uitnodigde om in het Huelgas Ensemble te zingen, besloot Peter de Groot, aangeraakt door de muze van de Renaissance, zich verder voornamelijk aan het polyfone erfgoed van de Lage Landen te wijden. Hij beschouwt zich op het gebied van Renaissancemuziek dan ook als een leerling van de grote Vlaamse maestro.
De Groot was artistiek leider van het Egidius Kwartet, een vocaal mannenkwartet dat zich toelegde op het onderzoek naar en uitvoering van muziek uit de zestiende-eeuwse Lage Landen, geschreven onder Habsburgse invloedsfeer. In 2009 nam hij het initiatief om de unieke, zestiende-eeuwse Leidse Koorboeken weer tot klinken te brengen. Hiertoe werd het Egidius College in het leven geroepen, een koor van hoog gekwalificeerde en in renaissance muziek gespecialiseerde zangers dat onder zijn leiding elk jaar een dubbel-cd opnam en een concertserie organiseerde gewijd aan de muziek die in die Koorboeken te vinden is. Vanwege een drastische verandering in het cultureel klimaat, en het structureel uitblijven van subsidies was het ensemble genoodzaakt te stoppen in 2018.